Persoonlijke ervaringen
Verteld door mensen uit Moederheil
Eerlijk gezegd post ik niet vaak iets over zo’n persoonlijk onderwerp. Vandaag wel. Een best lang verhaal zelfs. Het gaat over actueel nieuws. En ook een beetje over mij. Lees je mee? *Delen mag*
Als ‘afstandskind’ raken de berichten in de media de afgelopen dagen over de rechtszaak van ‘afstandsmoeders’ tegen de Staat me, omdat het ook over mijn eigen familiegeschiedenis gaat.
In de periode tussen 1956 en 1984 hebben vele duizenden vrouwen een kind afgestaan ter adoptie. Heel vaak zonder dat ze dit zelf wilden. (* schattingen van het aantal afstandsmoeders lopen uiteen tussen de dertien- en veertienduizend vrouwen. Misschien zijn het er nog wel veel meer; tot op de dag van vandaag zijn er vermoedelijk nog steeds veel moeders die uit schaamte hierover niets durven te zeggen).
Mijn eigen moeder was één van deze ‘afstandsmoeders’. Zonder echte seksuele voorlichting, raakte ze na haar allereerste keer vrijen zwanger van haar vriendje. Dit liep voor haar uit op een drama. Een levensbepalende gebeurtenis. Voor haar. En ook voor mij. Zonder dat je getrouwd was een baby op de wereld zetten, betekende in die periode een schande. In de praktijk vooral voor het meisje. Met haar steeds dikker groeiende buik zat mijn twintigjarige moeder haar tijd uit. Buiten het zicht van haar vriendinnen en collega’s. Ze was alleen maar tijdelijk in Nederland voor haar studie. Haar ouders woonden niet eens in Nederland, die heeft ze nooit iets hierover verteld. Trouwens, ze hadden thuis niet eens een telefoontoestel. Voor alle zekerheid besloot ze ‘de verwekker’ ook maar niets te vertellen over dit schandelijke nieuws.
Een verblijf in een ‘doorgangshuis’ werd voor haar, net als heel veel andere jonge meisjes en vrouwen, onvermijdelijk. Nederlandse mensen hadden alles piekfijn voor haar geregeld. Mijn moeder belandde in ‘Moederheil’ in Breda. Nou, veel ‘heil’ gebeurde er daar in elk geval niet voor haar. Over wat er daar met moeder en kind gebeurde….. bijna misselijk word je ervan. Lange rapporten schreven ze over de aanstaande moeder, na de vele verplichte gesprekken met maatschappelijk werksters. Ze vertelden dat jij ongeschikt was om een kind op te voeden. Het beste was om je kind achter te laten en er daarna nooit meer over te praten. Nooit. Als in nooit van je leven! Ongetrouwd, dús ongeschikt.
In het dikke dossier dat over jou als ‘gevallen vrouwen’ werd bijgehouden, noteerden ze op de koop toe vaak dat je psychisch niet in orde was. Jaren later begreep ik van anderen met een zelfde adoptieachtergrond dat dit meer regel dan uitzondering was. Als ongehuwd zwangere vonden ze je namelijk uiteráárd niet goed bij je hoofd: omdat je ongetrouwd seks had gehad.
Na een jarenlange zoektocht naar informatie heb ik uiteindelijk allerlei dossiers kunnen inzien over het verblijf van mijn moeder (en mezelf!) in Moederheil. Dossiers bij de diverse betrokken instanties waren al die jaren heel erg lastig om aan te komen trouwens! Ik had als eens het antwoord gekregen dat ze bij een brand verloren waren gegaan. Een andere keer werd verteld dat de kelder van het archief onder water was gelopen. Maar de aanhouder wint en sinds een paar jaar heb ik meerdere dossiers in mijn bezit. Hele stukken tekst in mijn dossier van de Raad voor de Kinderbescherming zijn overigens weggelakt. Geen idee wat daar staat, maar goed dat is weer een ander verhaal.
In Moederheil werd je baby na de geboorte vakkundig ‘weggemoffeld’. Soms zelfs ook al gelijk voor de jonge moeder zelf. Met een blinddoek op moeten bevallen om te voorkomen dat je je eigen kindje zal zien klinkt niet bepaald aantrekkelijk. Dat de bevalling pijn deed, daar hoefde je ook al niet mee aan te komen. Het was immers je eigen schuld.
Nee, natúúrlijk kon je jouw eigen baby niet houden als je niet getrouwd was.
Een schande was je, voor God en voor de maatschappij. Jouw kind hoorde in een keurig gezin, bij getrouwde ouders. Die mochten een kindje komen uitzoeken. Vóór de bevalling zetten de meeste meisjes hun handtekening onderaan het papier dat ze werd voorgehouden. ‘Voordat het kind er is zijn deze meisjes nog voor enkele rede vatbaar’.
Meisjes waren het eigenlijk nog. Kwetsbare, eenzame en tot in het diepst van hun ziel verdrietige meisjes. De kraamkamer lag in Moederheil ver genoeg van de pas bevallen jonge vrouwen om te voorkomen dat ze hun eigen baby konden zien. Misschien omdat ze zich weleens zouden kunnen bedenken? Trouwens, de ramen op de gang waren voor alle zekerheid afgeplakt.
1962
Tien dagen na mijn geboorte verlaat mijn moeder als twintigjarige huilend het grote pand aan de Valkenierslaan in Breda. Het tastbare bewijs van haar verblijf in het ‘doorgangshuis’ Moederheil is niet haar baby. In haar tas zit alleen de – voor haar enorme – rekening van ruim tweehonderd gulden. Voor het gebruik van de verloskamer en het kraambed. Haar pasgeboren baby Eleonore bleef – liggend op een rij tussen nog veel meer andere baby’s – achter in een ijzeren bedje in een zaal met een hoog wit plafond.
De rechtbank Den Haag heeft deze week uitspraak gedaan in een zaak die ging over de vraag of de Raad voor de Kinderbescherming onrechtmatig heeft gehandeld ten opzichte van moeders in Nederland die in de periode 1956-1984 tegen hun wil afstand hebben gedaan van hun kind (afstandsmoeders). De zaak was aangespannen door de collectieve belangenorganisatie Clara Wichmann, die opkwam voor een groep afstandsmoeders, en door één individuele afstandsmoeder.
Lisa-Marie Komp, advocaat van Scheele-Gertsen reageert verbaasd op de conclusie van de rechtbank over de tijdgeest. “Het kan wel zijn dat de kerk of de buurman vonden dat ongehuwde moeders niet geschikt waren om een kind op te voeden, maar de wet zei iets anders.” In de wet stond ook toen al dat moeder en kind bij elkaar horen.
Het is van belang dat de stem van de afstandsmoeder een plek krijgt in ons sociale bewustzijn, zei de rechter er na de teleurstellende uitspraak nog wel bij.
Mijn eigen ‘afstandsmoeder’ en oma van mijn kinderen leeft niet meer en kan haar stem niet meer laten horen. Ik wel. Ik vind het best moeilijk om dit verhaal met jullie te delen. Maar het móet. Deze geschiedenis is het waard om niet vergeten te worden.
– Eleonore Josefsson